zaterdag 19 juni 2010

Op mijn knieën de Volkskrant gehaald

Het kon natuurlijk niet uitblijven. De wekelijkse rubriek in 'het Volkskrantmagazine vroeg enkele weken geleden al om foto's van slaapkamers van puberdochters. Ik heb toen enkele foto's gemaakt van een slaapkamer waarin het leek alsof een bom was ontploft. Helaas de deadline gemist.
Toen er vorige week al wat gegniffeld werd op boven het magazine, had ik al zo'n vermoeden. Jawel, het onderwerp was 'fotograferende vaders'. Vanmorgen werd ik al wakker van een SMS-je: 'Je hebt op je knieën de Volkskrant gehaald".
Scannen0003

Het resultaat van dit soort activiteiten? Hier een impressie...

Het ePortfolio gaat een nieuwe fase in

Het zal menigeen niet zijn ontgaan. Recent verschenen allerlei berichten over de oprichting van STePS: de Stichting ePortfolio Support. Er verschenen een tijdje terug al diverse berichten in de pers. Ik had al een uitnodiging gehad voor de oprichtingsbijeenkomst maar door allerlei oorzaken was me dat ontschoten en heb ik verstek laten gaan.

Vandaag kreeg ik een emailtje van Theo Mensen, een van de initiatiefnemers (misschien wel de initiatiefnemer?) en inmiddels secretaris van STePS met daarin een uitnodiging om deel te nemen aan de LinkedIn-groep ePortfolio Support, "omdat we altijd meer supporters kunnen gebruiken".
Ik ken Theo nog van het Kennisnetproject ePortfolio waarbij een standaard werd gedefinieerd voor de uitwisseling van e-portfolio's. Mijn beeld was toen nog vooral een uitwisselingsstandaard om een portfolio mee te kunnen nemen van de ene opleiding naar de volgende. Van Theo begreep ik dat dat een veel te beperkte zienswijze was. Het ging immers om een leven lang leren en dus om een portfolio dat een levenlang mee moest kunnen. In de hele keten moesten met name werkgevers en arbeidsbemiddelaars een grote rol spelen.
Er werd indertijd nog gefilosofeerd over de mogelijkheid om ergens centraal een grote ePortfolio Databank (het werd toen anders genoemd) neer te zetten waar eenieder zijn persoonlijke portfolio zou kunnen stallen en beheren. Onderwijsinstellingern, werkgevers of arbeidsbemiddelaars moesten daar dan maar de gegevens gaan ophalen die ze nodig hadden.
Inmiddels is dat beeld aardig bijgesteld. In feite maakt het helemaal niet meer uit waar het portfolio staat, als de interoperabiliteit maar gewaarborgd is. Daarvoor is het nodig dat zoveel mogelijk applicaties voldoen aan de standaard (NTA 2035). Dit is een uitwerking van de ePortfolio standaard zoals die enkele jaren geleden door Kennisnet is opgezet. De komende jaren zal die nog verder uitgewerkt worden.

Het initiatief draag ik uiteraard een warm hart toe, al zie ik toch nog wel wat, laat ik zeggen, 'aandachtspunten'. Een paar van die aandachtspunten voor de vuist weg:

  1. (Wilfred zei het in zijn blog ook al): KISS. Het zou zo maar kunnen dat er allerlei portfolio-formulieren worden opgezet rondom de standaard. Allerlei voorgedefinieerde velden om in te vullen. Het gevaar bestaat dan dat de overdraagbaarheid leidend wordt boven de inhoud.
  2. Het opzetten en bijhouden van een portfolio (e- of niet) is helemaal niet zo eenvoudig. Er zal dus behoorlijk wat aandacht moeten komen om goede portfolio's op te stellen. Op veel plekken in het onderwijs wordt wel aandacht besteed aan portfolio's. Of dat gebeurt op een manier dat dat een leven lang leren ondersteunt? Het vergt ook een deskundigheid van docenten om dat traject te begeleiden. Kortom: er zal met name veelk accent moeten worden gelegd op het leren omgaan met portfolio's.
  3. Er is veel te doen rond gegevensbestanden zoals bijvoorbeeld het Zorgdossier. Met name als allerlei dossiers aan elkaar worden geknoopt of de toegang tot die bestanden niet goed geregeld is (wil je een ziektekostenverzekeraar in zo'n zorgdossier laten neuzen?).
    In hoeverre gaat dat ook gelden voor ePortfolio's? Het is juist de bedoeling dat je als eigenaar toegang verleent aan opleidingsinstituten, werkgevers, coaches, arbeidsbemiddelaars, enzovoorts. Dat vraagt toch zeker om een bepaalde vorm van mediawijsheid!

Er is dus nog heel wat te doen om een leven lang leren te faciliteren! Leuk!

dinsdag 15 juni 2010

Top 100 Tools for Learning

Ik zag het bij Wilfred Rubens, die weer verwees naar Willem Karssenberg die meldde, dat eenieder kan bijdragen aan de Top 100 Tools for Learning van Jane Hart.

Toen ik daar ging kijken werd ik even op het verkeerde been gezet: "Twitter met stip 1, dat geloof ik niet! Twitter is toch niet de meest gebruikte tool in het onderwijs?" In tweede instantie had ik hem door: het gaat natuurlijk helemaal niet om het onderwijs maar om de tools die mensen zelf kunnen gebruiken om van te leren. Oeps, dat maakt meteen mijn mindset duidelijk...

Ik ben niet zo'n grootgebruiker van allerlei tools, ik probeer wel eens wat om me vervolgens na tijdje te realiseren dat ik er weer eens te weinig tijd aan besteed hem om het allemaal goed bij te houden. Een mooi voorbeeld is Del.icio.us. Prima tool, maar ik doe er veel te weinig mee.

Toen ik de lijst eens bekeek, kwam ik toch wel heel wat bekends tegen. Dus toch maar eens een lijstje gemaakt van wat ik als mijn persoonlijke top tien beschouw:

I must admit, I'm not a very heavy user of all kinds of tools. But from a list of 100 tools I must be able to select my top 10... I left out the more common things like Word, Powerpoint, Outlook and Gmail.  
 
1 iGoogle: my personal start page  
2 Picasa: for organizing and sharing my photographs  
3 Google Maps: finding my way around, but also to keep track of my running routes  
4 Youtube: nice for video's in presentations  
5 Slideshare: for some of my presentations  
6 Freemind: mindmap software  
7 Wikipedia: my general information source  
8 Google Search: my favorite search tool, also on my desktop  
9 LinkedIn: for my professional network  
10 Skype: I have some projects far away, Skype makes it possible to take part in a meeting, even with document sharing  
 
Prezi: on my wish list but I didn't find the time to examine it more thouroughly  

Wat  me nog opviel was het gemak waarmee je op de site kon inloggen: Gewoon met je eigen Gmail (of Twitter of wat dan ook) account. Knap hoe al die verschillende tools in elkaar grijpen. En tegelijkertijd vreemd, dat het nodig is om in te loggen als zo'n beetje iedereen met een eigen account toegang krijgt...

zaterdag 12 juni 2010

Ik win nooit wat

Ik win nooit wat, in elk geval nooit eens iets substantieels. De Staatsloterij heeft me een paar keer achter elkaar verrast met een kleine toelage, net voldoende om uit de kosten te komen. Maar om nu van een vette winst te spreken...

Iliad Ik was daarom blij verrast dat ik laatst een loterij won. Mijn werkgever had een loterij uitgeschreven waarbij de deelnemers gedurende enkele maanden achtereen in aanmerking konden komen voor een Iliad, een e-reader. Bij de laatste loterij werd er nog één lotje getrokken, en jawel, mijn naam werd genoemd als de winnaar van de laatste Iliad. "Ik win nooit wat", was toen nog mijn verraste reactie. Ik moest nog wel even geduld hebben, want de leverancier had nog niet geleverd. "Zoals ik al zei, ik win nooit wat", zei ik nog.

Nu, toch alweer enkele maanden later, heb ik nog eens geïnformeerd naar mijn prijs. Er zou nog even naar geïnformeerd worden. Het bleef opnieuw stil. Totdat ik deze week het bijgaand berichtje tegenkwam: Irex, producent van de Iliad in de problemen. Ach ja, je kunt je lot nou eenmaal niet ontlopen, ik win gewoon nooit wat...

zondag 6 juni 2010

Alweer een 2.0

Sinds de introductie van de term 'Web 2.0'  zijn er tal van aanduidingen gekomen die duidelijk moeten maken dat de ontwikkelingen van het internet van invloed zijn op een bepaald fenomeen. Denk aan Onderwijs 2.0, Docent 2.0, Ambtenaar 2.0, Werken 2.0, Politiek 2.0, enzovoorts.
En nu is er dan Wetenschap 2.0. Nog niet zo lang geleden werd er een beetje over gefilosofeerd, inmiddels zijn er concrete ideeën die de wetenschap met behulp van social media een stap verder moeten helpen. In een artikel in de Volkskrant werd een uiteenzetting gegeven (de kans is groot dat het een betaald artikel is waar ik als abonnee gewoon bij kan...).Barend Mons van de Universiteit van Leiden constateert dat de hoeveelheid informatie en de complexiteit van de wetenschap te groot wordt om te kunnen bevatten. Zo wordt het steeds moeilijker om relaties te leggen en nieuwe ontdekkingen te doen. Computers zouden moeten kunnen lezen maar dat lukt niet bij de manier waarop wetenschappelijke artikelen zijn opgezet. Hij denkt meer in termen van nanopublicaties van één regel, waarbij aangesloten deelnemers een seintje krijgen als er weer een nieuwe publicatie verschijnt. In het artikel wordt dat al snel vergeleken met twitteren maar naar mijn idee wordt het concept daarmee behoorlijk tekort gedaan. De essentie is, dat begrippen worden gecodeerd en dat er relaties worden gelegd tussen die begrippen: 'muggen brengen malaria over'. De relatie krijgt een gewicht, dat is gebaseerd op het aantal keren dat die relatie in wetenschappelijke artikelen wordt bevestigd. Er ontstaat een complex relatienetwerk tussen begrippen dat op allerlei manieren weer doorzocht kan worden. Niet alleen wetenschappers zelf maar ook geïnteresseerde buitenstaanders kunnen op onderzoek. Op internet is een presentatie van Mons te vinden waarin hij wat dieper in gaat op de achtergronden van dat model. Het resultaat is een Wikipedia-achtige kennisbank.
Naar mijn idee weer een fascinerend voorbeeld waarop de technologie vormen van samenwerking mogelijk maakt en beschikbare kennis op een niveau kan brengen dat ver uitstijgt boven wat (groepen) mensen zonder die ondersteuning voor elkaar zouden kunnen krijgen.