donderdag 22 oktober 2009

Leren goed geregeld

Het KPC heeft recent een nieuw boekje uitgebracht onder de titel 'Leren goed geregeld'. René Strijbosch, Harrie Gankema en Ton Bruining hebben veel denkwerk en praktijkervaring bij elkaar gebracht in een poging een oplossingsrichting te bieden in het vraagstuk rondom onderwijslogistiek.
Ik ben er nog niet helemaal uit of ze daar daadwerkelijk in geslaagd zijn. (Het feit alleen al dat ik daar aan twijfel geeft al aan dat ze dus eigenlijk (nog) niet geslaagd zijn!) Tegelijkertijd biedt het boekje wel een aantal heel interessante uitgangspunten en aanknopingspunten.

Heel kort gezegd geven de auteurs een handreiking voor de manier waarop je een onderwijscatalogus kunt samenstellen op basis van een leerpsychologische benadering van het curriculum. Op basis daarvan kun je het onderwijs flexibel(er) inplannen. Daarvoor wordt een stappenplan aangereikt dat aan de hand van een duidelijk voorbeeld wordt uitgewerkt. Sterk in de benadering maar eerlijk gezegd wat minder sterk in de uitwerking.

De leerpsycholische benadering gaat uit van 4 (niveaus van) kennissystemen: Handelen, begrijpen, verwoorden en sociaal functioneren.
Handelingen leer je door te doen. Logische werkvormen hierbij zijn instructie, nadoen, oefenen. Begrip ontstaat met trial en error, door projecten uit te voeren, bijvoorbeeld. Verwoorden gaat over het opdoen van kennis door het gebruik van bronnen. Sociaal functioneren gaat over samenwerkend leren, samen reflecteren.
Door een curriculum op het niveau van werkprocessen te analyseren op deze componenten kunnen afzonderlijke leereenheden worden geformuleerd die de genoemde werkvormen kunnen worden ondersteund. Door hier slim naar te kijken, kun je veel efficiencywinst behalen. Zo zijn er werkvormen, die door een student zelf of in een groepje kunnen worden doorgewerkt. Ook kunnen elementen, die normaal gesproken als één geheel worden gezien, worden opgesplitst. Op die manier kan een langdurig praktikum worden onderverdeeld in een (zelfstandig door te werken) voorbereidingsdeel en een (korter) begeleid praktikum.
Op die  manier kunnen uit een vak ook delen worden gehaald die roc-breed zouden kunnen worden aangeboden, delen die sectorspecifiek zijn en delen van heel specifieke beroepsafhankelijke onderwerpen. Onderwijslogistiek biedt op die manier meer efficiëntie!

In de uitwerking komt toch een aantal grote en kleine gebreken aan het licht.

  • De indeling in 4 kennissystemen voelt niet overal lekker aan. Het komt dicht bij de gelaagdheid, die we vroeger ook in de indeling van 'de Block' aantroffen: weten (en kunnen) - inzien - toepassen - integreren en zo.
    Naar mijn gevoel horen begrijpen en verwoorden veel dichter bij elkaar te staan dan in het kennismodel van KPC. Je kunt immers laten zien, dat je iets begrijpt door het te verwoorden. Expliciteren lijkt me dan een betere term voor het model. Dat op dat niveau het raadplegen van bronnen zit, vind ik wel weer logisch. Je moet immers al het een en ander weten en begrijpen voordat je kunt vaststellen of een bron een antwoord biedt op je zoekvraag. Bij expliciteren hoort ook reflecteren over je eigen handelen. Dat komt in het KPC-model pas op een hoger niveau aan de orde.
    In het boekje wordt een voorbeeld uitgewerkt. Daarbij wordt bijvoorbeeld het 'Analyseren van een werkproces' onder handelen geschaard, terwijl dat naar mijn idee op een veel hoger niveau thuishoort (expliciteren).
    Is een helemaal correcte indeling noodzakelijk? Ja en nee, ik zou de voorgestelde indeling als voorbeeld kunnen gebruiken en een soortgelijke, eigen indeling kunnen maken als basis voor een eigen curriculumdecompositie. Het punt is wel dat wanneer een organisatie ermee aan de slag gaat er overeenstemming dient te zijn over het model omdat het anders leidt tot veel discussies over waar iets thuishoort.
  • Er wordt een pleidooi gehouden voor een decompositie van het curriculum in allemaal kleine eenheden. Heel logisch, past in de ideeën dat flexibiliteit georganiseerd zou moeten worden vanuit een onderwijscatalogus. Hier wordt echter voorbijgegaan aan het feit dat er nog een probleem zit in deze fijnmazige decompositie: dit leidt tot een gigantisch groot aantal leereenheden met alle consequenties voor de beheerbaarheid daarvan.
  • Daarnaast mis ik een waarschuwing voor een mogelijk verkeerde interpretatie van het waarom van de decompositie: het opsplitsen in kleine eenheden gebeurt op organisatorische gronden. Het is niet de bedoeling dat al die eenheden worden beschouwd als toetsbare eenheden. Dat zou leiden tot een enorme toetsfabriek.
  • In een uitgebreid stappenplan wordt een decompositie van een werkproces van een kerntaak van een opleiding voorgedaan. In het voorbeeld lijkt het simpel. Hier wordt echter geen rekening gehouden met de afstemming van de inhoud op andere kwalificatiedossiers, op andere opleidingen. Wie zoekt nu uit of bepaalde elementen ook terugkomen in andere opleidingen en dus maar één keer in de catalogus hoeven te worden opgenomen?
    Dit staat nog los van het feit, dat op dit moment in verschillende kwalificatiedossiers dezelfde elementen verschillend staan omschreven. Hier ligt op standaardisatiegebied nog een schone taak voor Colo (zoals al een hele tijd bepleit door Frans Thijssen van de Leijgraaf!).
  • (En dan zijn er nog wat slordigheidjes. In een toelichting op een tabel staat een opmerking dat bepaalde elementen apart zijn gezet terwijl ze in de tabel wel zijn toegewezen aan een categorie. Op een andere plek wordt aangegeven dat een bepaalde training direct moet volgen op een workshop. In de voorbeeldplanning daarna staat de workshop echter na de training ingepland.)

Hoofdstuk 3 gaat in op een aantal consequenties voor de organisatie voor beheer van mensen en middelen en het meten en monitoren. MBO-instellingen kennen meestal een functiebouwwerk terwijl dat moeilijk past bij deze manier van organiseren. Het hoofdstuk laat zien hoe je binnen een functiebouwwerk slim kunt omgaan met rollen. Terecht wordt het stukje over meten en monitoren aangegeven dat objectief toetsen eigenlijk geen recht doet aan het ontwikkelen van competenties.

…'u mag zes onafhankelijke, eendimensionale toetsen niet optellen en zeggen dat ze samen het zesdimensionale begrip voor gastvrijheid dekken'…

Samengevat: ik ben best blij met het boekje, niet omdat het de ultieme oplossing biedt voor onderwijslogistieke vraagstukken maar vooral omdat het inspiratie en een aantal handreikingen geeft.

donderdag 15 oktober 2009

Blog Action Day 2009 - Climate Change

BadgeOngetwijfeld zullen veel van de bijna 10.000 blogs die vandaag aandacht besteden aan Blog Action Day 2009 ingaan op de oorzaken, de gevolgen en de noodzaak om er snel iets aan te doen. Ik zou graag wat dieper in gaan op de complexiteit van het klimaatsysteem al is het alleen maar omdat me dat enorm fascineert. Ik heb hier te weinig plek (en nu te weinig tijd) om dat heel uitgebreid te doen. Laat ik gewoon wat elementen noemen.

Het principe achter het broeikaseffect is het feit dat gassen in de atmosfeer zonlicht absorberen en weer als infrarood (warmte) uitstralen. Daarmee vormt de atmosfeer als het ware een deken rondom de aarde. (Leuk wordt het als je daar wat aan kunt rekenen. Dat heb ik in mijn tijd als milieudocent met mijn studenten gedaan met dit soort formules.)
Ik heb het altijd heel boeiend gevonden hoe de aarde als dynamisch systeem wordt aangedreven door zonneënergie, resulterend in een complexe samenhang tussen aarde, water, atmosfeer en ecosystemen in de vorm van allerlei kringlopen met terugkoppelingen en buffers (leuk beschreven door James Lovelock in zijn boek Gaia maar bijvoorbeeld ook door Peter Westbroek in Life as a geological force). Deze terugkoppelingen en buffers beschermen het natuurlijk evenwicht. Denk aan dingen als:

  • Meer warmte = meer verdamping = meer wolkvorming = meer terugkaatsing zonlicht (albedo-effect)
  • Op die manier draagt zelfs woestijnvorming bij aan een groter albedo-effect
  • Meer kooldioxide in de atmosfeer = meer plantengroei, daardoor zal bij een matige kooldixide productie (én het behoud van bossen) het gehalte aan kooldioxide op een bepaald moment constant blijven op een iets hoger dan het oorspronkelijk niveau
  • Een stijgend gehalte aan kooldioxide in de atmosfeer wordt gedempt doordat ook meer kooldioxide in de oceanen wordt opgenomen, met name aan de polen omdat het beter oplost in koud water
  • Enzovoorts

Het milei kan dus wel tegen een stootje, juist door dit soort mechanismen, als we het tenminste niet te bont maken!
Het zijn nu juist die terugkoppelingen en buffers, die door menselijke ingrepen onder druk komen te staan. Er bestaat een reëel risico dat het bestaande evenwicht in één keer omver geworpen wordt door positieve terugkoppelingen (versterkende effecten), bijvoorbeeld:

  • Met het verdwijnen van poolkappen wordt ook het albedo kleiner, waardoor meer warmte wordt vastgehouden.
  • De ondergrond van de toendra is altijd bevroren (permafrost). Het organisch materiaal van tientallen eeuwen ligt daarmee vast. Als de permafrost verdwijnt (het ijs smelt) gaat het organisch materiaal rotten en komt er methaan vrij, een veel sterker broeikasgas dan kooldioxide.
  • Op de oceaanbodem komen gigantische velden methaanhydraat voor: methaanmoelkulen in een ijslaagje (ook wel methaanijs genoemd). Bij het opwarmen van de oceanen kan in een keer een enorme hoeveelheid methaan vrijkomen, dat niet alleen het leven in zee bedreigt maar ook het broeikaseffect versterkt.
  • Oceaanstromen kunnen door temperatuurveranderingen anders komen te liggen waardoor zelfs een nieuwe ijstijd kan worden getriggerd.

Kortom, experimenteren met het milieu brengt enorme risico's met zich mee. We mogen hopen dat wetenschappelijke inzichten uitstijgen boven het kortetermijn-eigenbelang-denken.

woensdag 14 oktober 2009

Competent City (3) - Rondje beursvloer

Als er veel onderwerpen zijn, die interessant lijken, zul je moeten kiezen. Ik heb er voor gekozen om op de beursvloer één op één te informeren naar onderwerpen.

Competenties meten
Eén van de cruciale aspecten in het CGO is de manier waarop competenties gevolgd kunnen worden. In een gesprek met Cito en WinVision (en in de wandelgangen met nog wat andere mensen is dit onderwerp uitgebreid aan bod gekomen).
Cito heeft al een hele tijd geleden het Protocol Portfolio Scoring (PPS) ontwikkeld, een manier om gefundeerd uitspraken te kunnen doen over bereikte competenties. Maar wel met als nadeel dat er een enorme administratieve last over de docent wordt uitgestort. Een beetje opleiding met pakweg 4 kerntaken met gemiddeld 4 werkprocessen, elk weer bijdragend aan een aantal competenties die vervolgens weer aan de hand van meerdere criteria moeten worden beoordeeld, en dat liefst een aantal keren. Tel uit je winst, of liever: je administratieve werklast: dan moet de competentie van een student worden geadministreerd in misschien wel duizend kleinere beoordelingen.
Cito werkt nu samen met WinVision aan een systeem om het PPS makkelijker toepasbaar te maken. Door op een hoger niveau te een prestatie (of werkproces) te beoordelen en dat door te vertalen naar de onderliggende competenties en indicatoren, wordt het administratieve werk een stuk minder. Maar dat vergt dan wel een goede analyse van wat er door een student met een bepaalde opdracht daadwerkelijk aan competenties wordt gedemonstreerd. In een opdracht moet immers een relatie zijn gelegd tussen de beoordeling en de vinkjes die gezet worden bij de onderliggende beoordelingscriteria. Ook aan het koppelen van een opdracht aan de juiste vinkjes in het kwalificatiedossier zit natuurlijk heel wat administratief werk vast.

Leren goed geregeld
Nieuw boekje van KPC. Ik heb beloofd het goed te lezen en er hier een keertje aandacht aan te besteden.

Comtak
Alweer een nieuw studentvolgsysteem met agenda, absentieregistratie en alle andere bekende dingen. Een gedreven verkoper, die zich midden in zijn uitleg aan mij laat afleiden door een klein vraagje van een voorbijganger en onmiddellijk al zijn aandacht verlegd naar de nieuwkomer en het nieuwe onderwerp.
Er zijn al zo veel van dit soort systemen en ze lijken allemaal op elkaar. Ik merk bij mezelf een beetje matheid om weer enthousiast in de mogelijkheden van meer van hetzelfde te duiken. Kijk en oordeel zelf...

Klantcontentinteracties
Het lijkt een nieuw scrabblewoord maar het is het nieuwe deel in de ontwikkelreeks van van het Ontwikkelcentrum. Een erg lezenswaardig boekje, maar daar kom ik binnenkort in een apart berichtje wel op terug.

En natuurlijk waren er nog vele andere stands en organisaties. Die komen bij een andere gelegenheid wel weer aan de beurt.

Competent City (2) - De politiek vindt er ook wat van

(Doordat ik wat krap in de tijd zit en er nog vele berichtjes liggen te wachten hieronder alleen een samenvatting van het politieke debat zonder persoonlijke beschouwing)

Tijdens Competent City werd een debat gehouden met Staf Depla (PvdA) en Jack Biskop (CDA). Jasper van Dijk werd afgemeld, die had zich in de datum vergist. Jammer, want het debat zou ongetwijfeld een stuk meer vuurwerk hebben opgeleverd. Je zou immers kunnen verwachten dat een bijeenkomst als Competent City met name de voorstanders van CGO te vinden zijn, terwijl van Dijk heeft gepleit voor het terugdraaien ervan.

Voor beide andere kamerleden staat CGO niet ter discussie, al rammelt er wel het een en ander aan de invoering, met name op het gebied van bedrijfsvoering en professionalisering. De didactische vernieuwing is soms te ver doorgevoerd, docenten zijn te weinig betrokken geweest. Depla hield nog een pleidooi om eem vernieuwing pas doorgang te laten vinden als docenten tevreden zijn over de uitgangspunten en randvoorwaarden, docenten (teams) zijn immers verantwoordelijk voor de didactiek. Biskop liet wel wat ruimte voor een meer centrale invoering, "de tijd van arbeiderszelfbestuur hebben we inmiddels achter ons gelaten", meende hij.

Stelling 1: Het ministerie moet veel strenger zijn tegen scholen die onder de maat presteren.
Depla wil af van het denken in gemiddelden omdat daarmee de goeden tekort wordt gedaan, terwijl de de slechten zich verbergen achter het gemiddelde. Dat CGO een slechte naam heeft, is ook te wijten aan een paar slechtere voorbeelden. Hij bepleit ook meer transparantie, het helder maken welke (onderdelen van) scholen goed en welke minder presteren. Het is daarbij wel belangrijk dat de probleem niet worden weggemoffeld maar juist bespreekbaar worden gemaakt. Dat er strenger opgetreden wordt ziet Depla terug in het intrekken van examenlicenties van enkele opleidingen. Biskop vindt ook dat het strenger kan. Hij ziet daarbij een lijn via de inspectie en een lijn via de staatssecretaris. Ook hij bepleit meer openheid en noemt daarbij het instrument van de benchmark. De openheid leidt tot discussies en dat helpt bij het oplossen van problemen.
Uit het publiek wordt naar voren gebracht dat er ook sprake is van een soort zelfreinigend vermogen. Als bedrijven niet met meer met bepaalde opleidingen willen samenwerken, is duidelijk dat de desbtreffende opleidingen iets zullen moeten doen aan hun kwaliteit. Het op een goede manier betrekken van het bedrijfsleven kan dan ook een bijdrage leveren. Niet iedereen is het overigens helemaal eens met de stelling. Er kunnen immers ook andere omstandigheden zijn zoals beschikbare financiën. Depla geeft aan dat dat geen argument kan zijn omdat blijkt dat de kwaliteit niet afhankelijk is van de financiële positie van een instelling.

Stelling 2: Meer centrale landelijke examens komen het mbo-onderwijs ten goede
De politici zijn voor, met name omdat veel MBOérs doorstromen naar het HBO en daar op een beperkt taal- en rekenniveau vastlopen.
Een groot deel van het publiek heeft er op zijn minst twijfels bij zoals blijkt uit enkele reacties. Er zou teveel gefocusd worden op delen in plaats van op het geheel, het zou leiden tot eenn verschraling van het huidige aanbod omdat er te veel naar de examens toegewerkt wordt en met een beperkt lessenpakket in de BBL is er gewoon te weinig tijd om studenten naar het vereiste niveau te tillen. Ook wordt opgemerkt dat niet alle MBO'ers doorstromen maar wel aan die eisen moeten voldoen. Studenten zien er tegenop, ervaren het als een struikelblok.
Depla en Biskop pareren de meeste kritische geluiden. Het gaat dan ook alleen om een beperkt aantal vakken als taal en rekenen. En ook iemand die niet doorstroomt heeft een zeker basisbeheersing taal en rekenen nodig, al zou dat dan niet zo hoog hoeven liggen als bij de doorstromers. Dat vereist wellicht een differentiatie in de exameneisen: een doorstroomdiploma en een kwalificatiediploma. Het probleem van de BBL zet met name Biskop nog wel aan het denken.
Overigens zijn er in het publiek ook warme voorstanders zoals een leraar Nederlands die in de technische opleidingen in een paar jaar tijd het vak gedecimeerd heeft zien worden met alle consequenties voor het taalniveau van de studenten.

Stelling 3: De meeste roc's zijn te groot om goed onderwijs te kunnen geven
Volgens Biskop hebben die twee dingen niets met elkaar te maken. Het zit hem niet zozeer in de grootte van de organisaties maar in de grootte van de locaties. Depla is wat uitgesprokener. Op papier wordt het kleinschalig georganiseerd maar in de praktijk wordt het te bureaucratisch. Hij ziet in de praktijk de voordelen van de grootheid niet uit de verf komen, het is zeker niet goedkoper. Ook in de zorg blijkt, dat naarmate de instellingen groter worden de overhead enorm toeneemt. Biskop bevestigt dit door te stellen dat met name de grotere roc's nu financiele problemen hebben. Depla geeft aan dat men moet streven naar meer zelfstandige eenheden binnen de instelling. En er komt een fusietoets, scholen moet aangeven wat de te verwachten voordelen van een fusie zijn. Hij geeft aan dat defusie ook mogelijk moet zijn. Docenten zouden daar het initiatief toe moeten kunnen nemen. Het publiek is nog niet zo negatief over grote instellingen: "Groot is niet alleen slecht, maar de processen moeten daarbij goed worden geanalyseerd. Hoe kun je de niet-primaire processen effectief en efficient organiseren. Een fusie-effectrapportage moet daarin een rol spelen". In Groningen zou het kleinschalige aanbod in de regio niet in stand gehouden kunnen worden zonder grootschalig roc. Biskop herkent dat beeld ook in Zeeland.
Er klinkt ook een verwijt richting politici: de fusiegolven uit de jaren 90 werden toch door de politiek ingegeven? Depla erkent, dat de goede bedoelingen van de fusiegolven uit de jaren 90 te ver zijn doorgeschoten. Biskop: "Eigenlijk zouden we vanuit den Haag ons niet willen bemoeien met de manier waarop roc's worden georganiseerd, alleen als er signalen zijn, dat het niet goed gaat. Vanuit het publiek wordt aangegeven, dat het eigenlijk gaat om een non-discussie. Als we uitgaan van stelling 1 dan moeten instellingen het zelf weten, als het onderwijs niet goed wordt verzorgd moet worden ingegrepen. En als dat samenhangt met de omvang, dan maar splitsen.

Stelling 4: Docenten moet meer te zeggen krijgen over de invoering van het nieuwe onderwijs.
Biskop: Nee, over de uitvoering! Bij een al te democratische besluitvorming kan het leiden tot een sociaal wenselijke verandering en dat is niet altijd een goede verandering. Hij haalt er de metafoor van een hockeyteam bij. De spelers worden geselecteerd op hun spelerskwaliteiten, de tactiek wordt overgelaten aan de trainer. Depla reageert daarop door te stellen dat er wel eens trainers weggestuurd worden door het team. Het publiek vraagt om meer voorbereidingstijd voor docenten. Depla benoemt daarop nog een keer de randvoorwaarden: bedrijfsvoering, tijd en professionalisering maar schept nog wat verwarring door te stellen dat het overgrote deel van de organisaties er wel klaar voor zijn terwijl dat niet geldt voor alle docenten. Het publiek reageert: "Hoezo organisaties wel en de docenten niet? Vormen die docenten dan geen belangrijk deel van de organisatie? En hoezo zijn de organisaties klaar? Er is net duidelijk gemaakt dat de bedrijfsvoering nog aan alle kanten rammelt!"
Depla nuanceert: "In elk geval voldoen de (meeste) opleidingen straks aan alle eisen terwijl individuele docenten er nog moeite mee hebben".

In de afronding wordt nog geïnformeerd naar wat de heren meenemen naar Den Haag. CGO valt op zich wel goed, er liggen zwakke plekken, die wel al kenden. Centrale examens voor de BBL moet nog een keer tegen het licht worden gehouden. En de omvang van de instellingen ('de menselijke maat') blijkt toch minder te leven dan verwacht.

maandag 12 oktober 2009

Competent City (1) - Voorbeschouwing

Doordat er op het laatste moment onverwacht ruimte kwam in mijn agenda kon ik toch naar Competent City in Ede. Een grote happening waar allerlei onderwijsinstellingen en ondersteuners een kijkje gunnen in hun keuken. Vooraf heb ik in de trein alvast het programma bekeken. Mijn belangstelling gaat uit naar veel verschillende onderwerpen, maar onderwijslogistiek, competentiemeting en ondersteuning met ICT zijn wel de belangrijkste thema's. Met dit programma een lastige keus. Een korte voorbeschouwing leverde de volgende aandachtspunten op:

  • KPC heeft een publicatie rondom 'Leren goed geregeld' uitgebracht. Ik voorspel dat het veel te maken zal hebben met een curriculumanalyse. Flexibel onderwijs organiseer je vanuit een onderwijscatalogus. Bij het inrichten daarvan zul je je moeten laten leiden door leerprsychologische, didactisch en organisatorische aspecten. Het curriculum zal goed uitgepluisd moeten worden om een onderwijscatalogus een kans te geven.
  • ROC Nijmegen gaat met Come2COM uit van het kwalificatiedossier. Dat kan als kwalificatiedossiers opleidingsoverstijgend worden bekeken omdat anders de schotten tussen de opleidingen blijven bestaan en de kans op synergie blijft liggen. Dit maakt me al nieuwsgierig.
  • Dé Praktijkgroep presenteert de Smartboxx met lesstof op maat. Klinkt als alweer een nieuwe digitale omgeving.
  • Cito en WinVision presenteren een competentievolgsysteem. Daar komen concept (PPS) en ICT bij elkaar. Naar mijn idee een belangrijke voorwaarde om flexibel onderwijs daadwerkelijk vorm te geven. Je zult immers precies moeten weten waar een student staat in zijn competentieontwikkeling om hem goed te kunnen adviseren in zijn leertraject.
  • Zowel Kenteq als Scorion presenteren digitale instrumenten voor EVC. Veel instellingen hebben het hoog op de ambitielijst staan maar worstelen met de uitvoering omdat het grote organisatorische consequenties heeft. Hoe voorkom je gatenroosters bij studenten als ze op grond van EVC delen van het programma mogen overslaan?
  • Het Drenthe College presenteert hun onderwijscatalogus in Educator. Enige tijd geleden heb ik daar een demonstratie van gehad en ik moet zeggen, dat zat goed in elkaar. Ook het Albeda College doet het een en ander op dit terrein met hun LEGO-project. Daar weet ik nog wat minder van, een goed criterium op een conferentie.
  • Het Ontwikkelcentrum benadert flexibel onderwijs vanuit het arrangeren van content. Hier hoort natuurlijk een verbinding te zijn met WikiWijs.
    Ook CINOP doet een duit in het zakje. Zij benaderen de afstemming van het leertraject op de individuele student via de loopbaancompetenties. Ook hier wordt een digitaal instrument gepresenteerd.
  • Altijd boeiend is een debat met bekende onderwijspolitici als Jasper van Dijk (SP), Staf Depla en Ineke Dezentjé Hamming (VVD).
  • Ook ComTak heeft een digitaal systeem waarmee flexibilisering in relatie tot de urenverantwoording wordt ondersteund.
  • ROC Eindhoven geeft inkijk in de manier om diversiteit te organiseren, waarbij nadruk wordt gelegd op het belang van een lerende organisatie. Nu timmert ROC Eindhoven al een tijdje aan de weg als voortrekker van PARELL en ben ik nieuwsgierig naar de stand van zaken…
  • Het HorizonCollege laat zien hoe studenten in de Zorg hun eigen leertraject plannen, waarbij versnellen en vertragen mogelijk zijn. De leerpunten in de vorm van adviezen worden hier met het publiek gedeeld.
  • Guideo presenteert nog een digitaal leermiddel voor CGO, een competentiemanager, een applicatie die ongeveer alles kan zoals kwalificatiedossiers inrichten, inzicht in lesonderdelen en -resultaten, flexibel roosteren, overzichtelijk administreren en dat volgens KISS (Keep it Simpel - waar staat die laatste S voor? Stom dat ik dat niet weet).

Alles bij elkaar is duidelijk dat flexibilisering nog steeds hoog in het vaandel staat en dat steeds meer digitale hulpmiddelen beschikbaar komen. Taal en rekenen krijgen ook veel aandacht, gezien het grote aantal presentaties (vooral van uitgevers, overigens).
Gezien het grote aantal presentaties wil ik één ronde reserveren voor een bezoek aan de beursvloer. Daar kun je vast veel efficiënter informatie inwinnen over verschillende onderwerpen dan in een presentatie van een uur.
Overigens, veel onderwerpen zijn interessant om eens nader te beschouwen, met name ook als je tijdens zo'n congres niet in de gelegenheid bent de desbetreffende presentatie te volgen. Een vermelding van een website waar meer informatie te vinden is, zou een welkome aanvulling zijn op het programmablad!

Wordt vervolgd...

Van ambitie naar prestatie

Het is alweer een hele tijd geleden dat ik tijdens een workshop te horen kreeg dat het gedrag bepaalt welke mate van ambitie iemand heeft. Misschien een open deur, maar het heeft me toen wel aan het denken gezet. Je kunt wel roepen dat je 'nog wel eens ooit' een halve marathon wilt lopen, maar als die ambitie niet wordt omgezet in acties om dat waar te maken, dan kun je je afvragen of je die ambitie daadwerkelijk hebt. Dan zul je die prestatie nooit gaan leveren.

Het heeft daarna nog wel even geduurd voordat ik de knoop daadwerkelijk doorhakte. Mijn aankondiging dat ik op 11 oktober 2009 in Eindhoven aan de halve marathon zou meedoen, leverde toen nog wat meewarige gezichten op.
Die ambitie heb ik echter vertaald in een persoonlijk trainingsprogramma (van internet afgeplukt), ik heb veel adviezen gekregen van meer ervaren lopers (intervaltrainingen!) en met een mentaliteit van 'verstand op nul, blik op oneindig' tijdens het lopen kon ik na verloop van tijd ook wat langere tochten aan.

Met flink wat twijfel, zelfs aan de start, ben ik gisteren net na flinke een plensbui gewoon begonnen. Met een familie die zelf bijna een halve marathon (gemotoriseerd) heeft afgelegd om me op verschillende plekken te kunnen aanmoedigen kon ik gisteren met een eindspurtje mijn eerste halve marathon in 2:08 afronden. De 5656ste in de wedstrijd! Dat smaakt naar meer, dit is een mooie uitgangspositie om de volgende keer te verbeteren. Dus weer een ambitie voor de volgende prestatie...

donderdag 8 oktober 2009

En dit mag dus straks niet meer...

Ineens verschenen er allerlei berichten (zoals in de Metro) dat Buma/Stemra per 1 januari komt met een nieuwe regeling voor het gebruik van muziek en films op websites. Ook het embedden van een video van YouTube is er dan eigenlijk niet meer bij. Ik denk niet dat dit nu zo dramatisch is voor de hoek waar mijn type bloggers in zitten, daar wordt betrekkelijk weinig muziek en film getoond. Maar zo af en toe...

Afgelopen zondag ben ik naar de eerste van een serie optredens geweest van de nieuwe band van John C. Fraser. Hoe je zomaar terecht komt bij een optreden van een onbekende artiest? Nou ja, zoon Daan doet daar de toetsen.
Met een publiek dat met 12 toehoorders net niet groot genoeg was om te kunnen crowdsurfen, was de aftrap van de tour in café Borra in Amersfoort.

Wat een verrassing! Vier muzikanten die hartstikke mooie muziek maken. Een apart stemgeluid, alles in balans, veel afwisseling en een goed instrumentgebruik. Melodieën, die eenvoudig maar toch apart zijn omdat ze vaak langs de grenzen van de akkoorden afgaan. Dat leverde een enthousiast publiek op, dat drie kwartier later minstens was verdubbeld met toevallige voorbijgangers.
Geen toegift, want de club moest om zes uur klaarstaan in Hilversum voor een live optreden op 3FM.

Hieronder een impressie (Jammer, dat de geluidskwaliteit van de opname wat minder is.)

En hier het resultaat van de (live!) opname bij 3FM, dit keer met een vervormd beeld.

Is het na 1 januari nu illegaal om op deze manier aandacht te besteden aan dit soort dingen?

woensdag 7 oktober 2009

Blog Action Day 2009 - Climate Change

Bad180150 Elk jaar op 15 oktober is het weer Blog Action Day. Die dag besteden duizenden bloggers wereldwijd aandacht aan één en hetzelfde thema. Vorig jaar was dat nog Poverty, dit jaar is het thema Climate Change. Vond ik armoede vorig jaar eigenlijk nog best een lastig thema om over te schrijven, dit jaar is het meer de overvloed aan onderwerpen die het me lastig maakt. Maar ik heb nog even.

Meer weten: Blog Action Day.

dinsdag 6 oktober 2009

Plugfest Educatieve Leermaterialen (2)

In een van mijn vorige berichten gaf ik al aan dat ik in het panel mocht zitten bij het Plugfest Educatieve Leermaterialen van het NOIV. Uitgevers, leveranciers van auteuromgevingen en van afspeelomgevingen mochten hier aantonen dat hun producten voldoen aan open standaarden.

Voorafgaand aan het inhoudelijke programma gaf Ineke Schop, programmamanager van het NOIV haar beelden bij het doel dat onder het NOIV ligt: 'interoperabiliteit' en dan in relatie tot het onderwijs. Kennis moet open toegankelijk zijn. Boeken hebben dat tot nu toe in beperkte zin mogelijk gemaakt, het bestaan van internet brengt het echter een stuk dichterbij. Het onderwijs moet daarbij aansluiten door nieuwe vormen van leren te ondersteunen. Ze zou ook graag zien dat het onderwijs minder aandacht besteed aan producten (zoals MS Office) en meer aan breder beschikbare middelen, open standaarden en dergelijke.

Vervolgens ging het Plugfest van start. Auteursomgevingen als Lectora, EasyGenerator, Wimba, Sana, Lesbank werden door de panelleden uitgetest. Vervolgens waren de elo's aan de beurt: Fronter, It's Learning, Moodle, Sakai, TeleTop, N@Tschool en Edutude (BlackBoard had zich toch nog afgemeld met de belofte er een volgende keer zeker bij te zijn).
Naast producten van de auteursomgeving en een standaard testpakket van Kennisnet konden ook materialen van uitgevers als Noordhoff en Malmberg worden getest. Vooraf waren de verschillende contentpakketten al door Kennisnet getest op wat technische kenmerken. De testen tijdens dhet Plugfest moesten laten zien wat de actuele stand van zaken was voor activiteiten als:

  • creëren van gemetadateerde content in een auteursomgeving
  • exporteren daarvan op basis van SCORM
  • importeren van (andere) content in de aanwezige elec\ktronische leeromgevingen
  • terugvinden van die content op basis van de metadata
  • afspelen van die content zichtbaar maken van resultaten van de leerling in de elo

De uiteindelijke resultaten komen nog, nadat de mensen van het NOIV en Kennisnet nog een aantal testen hebben uitgevoerd en de uitkomsten hebben geïnterpreteerd. Dat zal nog een kluif worden. Niet alle resultaten zijn immers even makkelijk te duiden. Afhankelijk van de content en de afspeelomgeving lukten de testen goed, minder goed of zelfs helemaal niet. Panelleden waren daarbij behoorlijk onverbiddellijk: geen resultaat, dan 0 punten. Toch was in een aantal gevallen wat nuancering op zijn plaats. Internetverbindingen, browsers, plugins, verschillende versies van de te hanteren standaarden, allemaal zaken die een behoorlijke invloed konden hebben.

Na afloop waren alle aanwezigen tevreden, ondanks het feit dat de testresultaten lieten zien, dat er voor veel leveranciers nog werk aan de winkel is! Het eigenlijke resultaat bestaat dan ook niet uit de testresultaten maar uit het feit dat er weer wat meer transparantie is. Dat én het feit dat leveranciers in het openbaar duidelijk hebben gemaakt zich kwetsbaar te durven opstellen en bereid zijn mee te willen werken aan de interoperabiliteit, die er uiteindelijk toe moet leiden dat kennis daadwerkelijk openbaar toegankelijk is.

Nabrander: Inmiddels staat ook op de website van NOIV een verslag. Ook Wilfred Rubens heeft er aandacht aan besteed...