zondag 12 april 2009

Verkenning onderwijslogistiek

Kennisnet heeft een onderzoek laten doen naar de stand van zaken in het kader van onderwijslogistiek bij 20 roc's. Daarbij zijn door Intomart GfK bv bij deze roc's telefonische diepteinterviews gehouden.
De resultaten zijn gebundeld in een brochure: 'Resultaten verkenning in het kader van onderwijslogistiek'.

Het onderzoek levert eigenlijk weinig verrassends op. Grofweg zijn de 20 roc's in drie groepen te verdelen: niet of nauwelijks mee bezig, bezig en gevorderd. Ook binnen de instellingen zijn de verschillen groot.
Er wordt een indeling van flexibiliseringsaspecten aangehouden die met de verschillende scenario's van het FlexCollege overeenkomen: zaken als EVC, vrijstellingen, herinstroom, vrij ruimte, uitstroom met deelcertificaat en studietijdvariatie. Toch aardig als je als maker van een simulatie bepaalde dingen bedenkt en die vervolgens als standaard terug ziet komen in een onderzoek... Waarom is niet ook gekeken naar bijvoorbeeld de strategieën zoals die vermeld zijn in 'Leren Organiseren'?

Het onderzoek is gebaseerd op een aantal onderzoeksvragen:

  • bepalen van de urgentie voor het vinden van passende ICT-oplossingen voor elk van de vier onderwijslogistieke processen (welke?)
  • welke oplossingen instellingen zelf hebben bedacht en de mate waarin ze bereid zijn die oplossingen te delen
  • behoefte aan ondersteuning

Bij de resultaten wordt gesproken van de drie onderwijslogistieke processen (het waren er toch 4?):

  • roostering en planning
  • voortgangsmanagement en begeleiding
  • examinering

Er wordt schijnbaar geen aandacht besteed aan het flexibiliseren van de leerroutes. Dat is echter een samenvoeging van de eerste twee of misschien wel alledrie de processen.
Interessant is de relatie tussen de mate van de gerealiseerde flexibiliteit en het gebruik van ICT. Over het algemeen zie je over de drie groepen roc's heen, dat de minst vergevorderde roc's ook weinig ICT gebruiken, gevorderde roc's hebben redelijk wat problemen terwijl de verst gevorderde instellingen eigen oplossingen gebruiken. De toekomst zal leren of dat de juiste strategie is of dat er straks bij deze instellingen sprake zal zijn van de wet op de remmende voorsprong of een lock-in.
Wat betreft de ondersteuning is er veel behoefte aan kennisdeling, standaardiseren van een aantal elementen, onder andere wat betreft de manier waarop de voortgang van de studenten kan worden uitgedrukt en ondersteuning op het gebied van het expliciteren van eisen en wensen aan ICT-voorzieningen.

In de verkenning ontbreken naar mijn idee twee essentiele elementen.
Op de eerste plaats is dat de onderwijsontwikkeling. Het inrichten en onderhouden van een onderwijscatalogus is slechts voor een deel een organisatorisch, administratief of ICT-proces.
Natuurlijk kun je het bestaande curriculum opsplitsen in 'losse' leereenheden, die metadateren en ze in een onderwijscatalogus zetten. Maar dan wordt geen recht gedaan aan de didactische aspecten van flexibele leerroutes. Zoals ik al eerder aangaf is flexibilisering het zoeken van een balans tussen logistiek en didactiek. Het werken met meer flexibiliteit in leerroutes vergt extra didactische aandacht. Als daar geen aandacht aan besteed wordt, zou meer flexibiliteit wel eens een de zoveelste kater in de onderwijsvernieuwing kunnen gaan opleveren.

Het tweede ontbrekende element in het onderzoek is de informatievoorziening. Dat is veel meer dan alleen maar de ICT-oplossing. Misschien dat dit impliciet opgenomen is in de ICT-oplossingen maar in de praktijk zie je, dat dat niet heel vanzelfsprekend is. Het gaat om het inzicht in het belang van de juiste informatie op het juiste moment op de juiste plek. Welke gegevens heb je minimaal nodig om een deelnemer goed te kunnen begeleiden? Op basis van welke informatie kun je concluderen dat een student extra begeleiding of juist een andere vorm van onderwijs nodig heeft? Waar komt die informatie vandaan, oftewel: wie voert die informatie in of uit welke gegevens kan die informatie worden afgeleid? Hoe wordt dat vertaald in een rollen- en rechtenstructuur in het volgsysteem of elo? Hoe bepaal je het rendement van tweedelijnsbegeleiding?
Vaak wordt over die zaken niet of nauwelijks nagedacht met als gevolg dat de ICT-voorzieningen niet helpen op een manier die men er van had verwacht.

In die zin een wat beperkt onderzoek met weinig verrassende resultaten...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties zijn welkom